De Fuji-yama in het najaar.
De plechtige godsdienstige feesten ter eere van den geest van Fuji-yama zijn in den aanvang van Juli gehouden en sedert dientijd zijn talrijke scharen pelgrims uit Japans verschillende provincies den moeilijken weg gegaan langs steile, steenachtigepaadjes naar den top van den vulkaan, om in den krater te bidden voor het heil van zich zelf of van hunne naaste betrekkingen.
Het geloof aan Fuji’s geesten is eene erfenis van Japans oudsten godsdienst en diep ingeworteld bij het volk. Onverschilligwelken godsdienst de Japanners belijden, hun geloof aan den heiligen Fuji-yama zijn zij trouw. Het ontwaakt bij het kind evenzeker als de aangeboren zin voor het schoone, en de vele sagen en overleveringen van aloude tijden over Japans heiligen bergwekken de verbeelding op en houden het geloof in stand.
Een jong Japansch dichter, Yone Noguchi, heeft kort geleden eene verzameling gedichten uitgegeven. Op de eerste bladzijdeleest men:
“Opgedragen aan Fuji-yama’s geesten.”
Het boek begint met een gedicht, waarin de Japanner zijne gevoelens en gedachten uit, geïnspireerd door het gezicht van den berg bij zonsondergang:
“Fuji-yama
Onder uw goddelijken adem
Keeren wij terug tot het beeld van den Schepper.
Uw zwijgen is zang,
Uw zang is het lied des hemels;
Ons land van zorg en onrust
Wordt de zetel van blijden lust,
Ver weg van de streken,
Waar wezens slechts geboren worden om te sterven.
Wij, dochteren en zonen van Japan,
Zingen uwe trotsche Majesteit
Als Gods heerlijkheid.
Wij verbergen onze schaduw in uw boezem,
Zachtste rustplaats der eeuwigheid
O, wonder van reinheid,[178]
O, onvergelijkelijke heerlijkheid,
O, onbesmette schoonheid!
...